Aankomst op het kampterrein

Op vrijdag breekt het moment aan waarvoor we eigenlijk hier zijn gekomen. Acht uur moeten we in Casa Sami zijn omdat dan de bus zal vertrekken naar Monteoru, een plaatsje in de bergen waar we de komende week op kamp gaan met de kleintjes. De helft van ons lukt het om op tijd te zijn, maar de andere helft wordt geweigerd door de Maxi Taxi, waardoor we een kwartier te laat vertrekken. In de bus gedragen de Roemeense kinderen zich heel netjes, en wordt de rust alleen verbroken door de Nederlanders. Erik heeft de zwakke plek van Charlotte gevonden en eigenlijk is vanaf dat moment alleen het zeggen van koetjiekoetjie al genoeg om Charlotte ineen te doen krimpen. Daar heeft Alex een mooie foto van gemaakt, hopelijk krijg ik die nog om op deze site te zetten.

Na een ontbijtpauze en ruim drie uur in de bus komen we aan op een mooi terrein dat nog het meeste wegheeft van een oud klooster. Het blijken oude villa´s te zijn die na het overlijden van de eigenaars zijn overgenomen door de staat. Nu staan ze hier nog onder de noemer ´historisch monument´ in verval te raken. Wij hebben mooie kamers met goede bedden, alleen het doortrekken van de toiletten wil niet in elke kamer even goed lukken.

Een voordeel van dit terrein is dat we, in tegenstelling tot vorig jaar, niet zelf hoeven te koken. We merken gelijk dat we hier dagelijks volgepropt zullen worden met een typisch Roemeens dagmenu: uitgebreid ontbijt, drie gangen in de middag en twee gangen in de avond. Het nagerecht van onze lunch bestaat vandaag uit een perzik die nog lang niet rijp is. De binnenkant is nog helemaal groen. Ik laat hem na één hapje liggen, maar ik zie dat de meesten hem al op hebben, omdat ze denken dat het gewoon een heel zure appel is.
Een wandeling over het terrein leert ons dat er geen zwembad is. Dat is een tegenvaller na vorig jaar, toen we uitgebreid konden zwemmen in de vreselijke hitte. We gaan dus een eindje het dorp in om te zien of daar een zwembad is. Dat vinden we al snel, maar het water in dat bad is zo verschrikkelijk smerig dat de poep in de hoeken drijft. Daar willen we zelfs de straatkinderen met de weerstand van een olifant niet in laten ronddobberen. We vinden ook een speeltuin, waar Dragos mij probeert te verleiden tot een ritje op de schommelbank. Hij kijkt daarbij zo verliefd dat ik deze kans maar even aan mij voorbij laat gaan. We verlaten de speeltuin met een missie: het vinden van een zwemgelegenheid. We lopen over een markt met opblaasbaar waterspeelgoed, maar het grootste badje is ongeveer een meter van doorsnee. Het riviertje dat we vervolgens vinden, blijkt de alternatieve riolering van een nabijgelegen camping te zijn, wat ook niet echt uitnodigt om erin te springen.

´s Avonds bij het diner is het al direct prijs: het typisch Roemeense gerecht mamaliga wordt opgediend. Ik weet hoe flauw deze maissmurrie is, dus ik ben benieuwd naar de gezichten. Het valt mee, maar de zure room en de kaas die erbij worden geserveerd zijn zo zuur dat het toch nog de nodige verwrongen gezichten oplevert. Het eigenlijke programma start morgen pas, dus na het avondeten is iedereen vrij om te doen wat hij of zij wil doen. Hoogtepunt van de avond wordt de worstelwedstrijd tussen Lars en Lily, waarbij de rest joelend om de ring heen zit. Het is niet bepaald een wedstrijd zoals die tussen René en Erik, en blijft onbeslist, ook al heeft Lily na de wedstrijd een pleister nodig.

In de meeste kamers is het tegen de nacht snel rustig. In de kamer van René en mij is dat een heel ander verhaal. Wij liggen gezellig bij Burly, die van geen uitrusten weet. Hij blijft door de kamer rennen, bellenblazen en probeert door het raam te ontsnappen. Uiteindelijk slepen we hem maar naar de kamer van Bogdan, omdat hij ze tenminste in hun eigen taal kan aanspreken en wij worden uitgelachen om elke poging die we daartoe doen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!