De laatste dag

Vrijwel direct nadat ik wakker werd kreeg ik dingen naar mijn hoofd als: 'Ik heb nog nooit iemand zo hard horen snurken!' en 'Is het bos eindelijk omgezaagd?'. Nadat ik mijn nieuwe talent had ontdekt gingen we ontbijten. Ilse was al vroeg naar de winkel geweest zodat we 's morgens iets konden eten. Kort daarop vertrokken we met de slaxitaxi richting Casa Sami. Vijf van ons gingen in de winkel chips en appels kopen voor de kinderen bij wie we langs zouden gaan, de andere moesten wachten op het terrein van Casa Sami. Dit vond ik een geschikt moment om Ellen te vertellen dat ik graag Nicoleta zou willen sponsoren zodat zij naar school kan gaan. Rond half 11 vertrokken we te voet vanuit Casa Sami om naar de woningen van de kinderen te gaan kijken. Allereerst kwamen we voorbij de woning van Alin en Alina waar wij niet naar binnen mochten van de vader. Bij de deur lag een hond die een reflectie van de vader voorstelde, hij blafte en gromde vies naar ons en had nog net geen blik bier in zijn poot, ik verwijt dat arme beest natuurlijk niets want met zo'n baasje kun je geen lieve hond zijn. Gelukkig zijn zijn kinderen nog niet verpest, maar ik vrees voor de toekomst. Hoewel ik de vader nooit heb ontmoet denk ik dat voor deze eene keer mijn vooroordelen niet misplaatst zullen zijn. We liepen gauw door en staken het spoor over. Eenmaal aan de overkant stuitten we op 2 enorme olieleidingen, Ellen vertelt ons dat de oudere straatkinderen hier af en toe onder slapen want er komt warmte van de leidingen af.

We lopen een stukje verder en gaan vervolgens via een smal pad naast een afgrond onder de leidingen door om bij de eerste huizen te komen waar we ook daadwerkelijk naar binnen gaan. Het eerste huis bestaat uit 3 kamers: 1 keuken en 2 slaapkamers met tv. Overal hangen tapijten aan de muren ter decoratie. De lekkages zijn niet op één hand te tellen en het is ondraaglijk heet. Ik schat dat de totale oppervlakte van het huis nog geen 10 vierkante meter beslaat en hier wonen ze dan met 2 volwassenen en 4 kinderen. Nadat we alle kinderen chips en appels hebben gegeven gaan we opweg naar het huis van Ionela. Onderweg komen we nog verschillende plekken tegen waar de oudere straatkinderen slapen.

In deze tunnel sliepen voorheen veel oudere straatkinderen maar ons wordt vertelt dat ze een aantal dagen terug zijn weggestuurd omdat er klachten waren gekomen. We vervolgen onze weg richting het huis van Ionela. Bijna bij het huis aangekomen komt er een taxi voorbij. De vrouw die met ons meeliep richting het huis van Ionela vertelt ons dat het haar zwanger is die vandaag was vrijgekomen na een celstraf van 8,5 jaar. Dit stelt ons erg op ons gemak. Eenmaal aangekomen bij het huis trapt een man de hond voor de deur uit om ons binnen te laten.

Dit is het huis van Ionela, je ziet de schimmel achter op de muur staan maar voor de rest is het toch redelijk onderhouden en zo mooi mogelijk gemaakt. Het afscheid raakte vooral Naima en Eef want zij hebben gedurende het kamp met haar en Nasar op een kamer geslapen.

We keerde terug naar Casa Sami om weer even op krachten te komen en onze rit te vervolgen. Vandaag was Casa Sami niet open, waarom weet ik niet want daar werd niet over gesproken. Wel werden er broodjes uitgedeeld vanuit het raam van de keuken, ieder straatkind dat aan de deur kwam kreeg een aantal broodjes mee zodat ze toch niet helemaal op zichzelf waren aangewezen.

We liepen de poort uit en kwamen een paar van de oudere straatkinderen tegen die net broodjes kwamen halen. Nadat Ilse al haar sigaretten had uitgedeeld vervolgde we onze reis richting het huis van Onor, Bubus, Burli en Nasar en het huis van Costi. Het eerste huis was in verhouding met de hoeveelheid mensen die er woonden echt verschrikkelijk klein. Gelukkig was het er wel erg schoon en zag je dat de vader er moeite op had gedaan het huis mooier te maken. de keuken was betegeld en de slaapkamer was bevloerd met laminaat en de muren waren mooi geschilderd. In het huis van Costi heb ik alleen de slaapkamer gezien, die er naar mijn mening ook verzorgd uitzag. We namen afscheid van de kinderen, dit keer werd ook mij het wat teveel en liep ik na de knuffels met de kinderen maar zo snel mogelijk weg.

Tijd om even te kalmeren was er niet want na nog geen 5 meter liepen we Florentina en Roxanna tegen het lijf. Zij nodigde ons uit om ook bij hun een kijkje te nemen. Van Florentina en Roxanna had ik altijd de indruk gehad dat zij het toch net iets beter hadden dan de meeste kinderen op het kamp, Florentina sprak namelijk het beste engels van de groep en ze hadden allebei mooie kleren. Maar helaas, na een paar trappen in een flatgebouw beklommen te hebben en een gang zonder licht zijn doorgelopen, stuitten we dan eindelijk op de kamer van Florentina, Roxy en de moeder. Zoals iemand het na het bezoek beschreef als 'de kast aan het einde van de gang' zo was het ook echt. Het huis was zo verschrikkelijk klein, het bestond voornamelijk uit bed en gasfornuis met daartussen een halve meter beweeg ruimte. Het stonk er naar schimmel en alles was vies. Eenmaal weer buiten besefte ik me pas echt wat die kinderen wel niet allemaal doormaken en barstte ik in huilen uit waarna zowat de hele groep volgde. Florentina zei tevergeefs 'please, don't cry', waarna ik ook echt probeerde te stoppen omdat ik wist dat zij zich schaamde voor het huis waarin ze woont. Gelukkig was dit het laatste huis dat we bezochten voor het middageten.

Na een biertje en een pizza vertrokken we richting de geitenstal waar Mi hai en Nicoleta samen met moeder, stiefvader en 2 broertjes wonen. Een van de broers heeft een bochel en de andere heeft het syndroom van down, ik durf me niet eens in te beelden hoe zwaar het voor hen zal gaan worden.

Aan de deur worden we ijshartelijk verwelkomt door de uitbuiter van dit gezin, die zich ernstig afvraagt waarom wij dit (in zijn woorden) 'uitschot' helpen. Na een pittige Roemeense discussie tussen Carmen en de uitbuiter geef ik de uitbuiter een blik waarvan ik hoopte dat hij kon doden en vervolgde wij onze weg richting de stal.

Het stikt van de onverzorgde baby geitjes en honden, het stinkt en er zijn ontelbaar veel vliegen. Het huisje waarin het gezin van Nicoleta en Mi Hai wonen is met planken aan elkaar getimmerd en heeft een plafond waardoor het stro en viezigheid door de balken naar beneden komt. In de eerste kamer durf je je mond amper open te doen uit angst dat er vliegen in je mond komen. Er huppelen een stuk of 5 kittens rond die Nicoleta zichtbaar opvrolijken. Er is gelukkig een vliegengordijn tussen de eerste en tweede kamer geplaatst zodat niet heel het huis onder de vliegen zit. Ook in dit huis ben ik niet echt verder gekomen dan de eerste kamer. We pasten maar met 2 man tegelijkertijd in een kamer. En gezien het postuur van de moeder zullen ze er weinig tot geen ruimte hebben. Het huis was klein, vies en rot en daar leven ze dan met 6 man in. Onvoorstelbaar, het is nu 2 dagen geleden dat ik er was en ik kan het nogsteeds niet beseffen dat ze daar echt met 4 kinderen en 2 volwassenen wonen en leven op kaas en melk. Ellen zei dat we maar beter snel weg konden gaan zodat het vertrek niet al te zwaar zou vallen voor de kinderen.

Het huis wat we hierna bezochten was het mooiste dat we die dag gezien hebben en zelfs dat huis stelde nog niet bijna iets voor bij de huizen waar wij in wonen. Ik kende de kinderen die er wonen niet maar ik was blij om te zien dat zowel de kinderen als de moeder er goed verzorgd uitzagen en dat het huis er netjes uitzag en voldoende levensruimte bood, iets wat van de andere huizen niet te zeggen is. We zijn enkele minuten gebleven en vertrokken naar het laatste huis.

Dit was het huis van Razvan en Roxanna Mare. Voorheen woonden zij in een verlaten bunker heeft Ruud mij verteld. Het nieuwe huis bestaat uit een verwaarloosde kamer in een soort verlaten appartementencomplex wat nog geen 100 meter van een modern ambassade gebouw afstaat. in de gezamenlijke achtertuin staat een wc wat bestaat uit een houten hokje met een gat erin. Je kon de drollen zo zien liggen. Het huis of beter gezegd de kamer waarin Roxanna met haar zus en neefje Razvan woont is klein en er is een matras en daar houdt het eigenlijk al op. Het is niet voor te stellen hoe de bunker geweest zou moeten zijn als ze genoodzaakt waren om hier te komen wonen. Ik ben blij dat Razvan toch elk moment van de dag een glimlach op zijn gezicht heeft, hoe hij het klaar speelt om in zulke omstandigheden te kunnen lachen, dat weet niemand. Hij zou een voorbeeld moeten zijn voor velen. Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen.

Jesse

Reacties

Reacties

Jesse

Origineel zitten er foto's bij het verhaal dus het lijkt soms wat onsamenhangend omdat er in het verhaal verwezen wordt naar deze foto's.

Cathy

Ook jullie verslagen van de laatste 2 dagen zijn heel boeiend om te lezen. Wel heel triest om te lezen in wat voor omstandigheden die kinderen moeten leven! Ik kan me voorstellen dat jullie af en toe een traantje moesten wegpinken bij het afscheid van de kinderen!!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!