Ik wil ook een keer de titel zijn!
En daarmee gaat de wens in vervulling die Imke tijdens het ontbijt uitspreekt. Linsey frustreert zich nog steeds over de kubus. Eriks handdoek is inmiddels gelukkig wel droog, al zit hij vol met zand. In alle vroegte nemen we de Maxi Taxi naar Casa Sami, waar we nog een tijd moeten wachten tot alle jongens aanwezig zijn. In de tussentijd vermaakt Frank ons met een poppenkastvoorstelling. Zijn handen veranderen in Erik, Ruud en niet nader te noemen bekenden van ons.
Rond tien uur kunnen we op weg. In drie bussen rijden we naar het kampterrein met elf straatjongens van de leeftijd van onze leerlingen of iets ouder. Op het terrein aangekomen, komen we erachter dat dit een christelijk kamp is. Gezamenlijk uit de bijbel lezen, bidden voor het eten, ofwel help... We slaan ons er respectvol doorheen, waarna we naar het water lopen om te gaan roeien. Onderweg komen we langs een nest ooievaars, die hier veel blijken te zitten. Aan een stroomkabel hangt zelfs een dooievaar.
Het roeien verloopt voor de meesten erg vlot. Bijna alle groepen varen naar het eindpunt om te zwemmen. Ruud en Erik delen een boot met drie straatjongens, die geen Engels spreken. Als een gedeelte van de boot afbreekt, drijven we af door de stroming. De kampleider komt terug en brengt ons zo goed als het gaat terug naar het beginpunt. Onze klunzigheid kost een visser zijn hengel, maar na veel gedoe staan we weer op de kant.
Na een bord macaroni met geitenkaas proberen we de jongens te leren jongleren, zodat ze daar eventueel op straat iets aan kunnen verdienen. Gabi kan het binnen tien minuten en de rest staat onbeholpen met de ballen te gooien. Daarna gaan we voetballen, alleen zijn de Roemeense jongens behoorlijk ontdaan over het feit dat er meisjes in het veld staan en al helemaal omdat onze bikkel Jayma er zelfs op blote voeten staat! Na het douchen verzamelen we in de zaal, waar eerst een Roemeense psalm wordt gezongen en daarna een christelijke film gekeken.
Het volgende gedeelte schrijf ik even alleen vanuit mezelf, omdat ik niet weet in hoeverre het voor de anderen opgaat. Ik blijf uit beleefdheid zo lang mogelijk zitten, maar als er in de film over 'ware kracht is opstaan uit de dood' wordt gepraat, haak ik af. Gelukkig staan er meer mensen op, dus kan ik onopvallend weglopen om naar bed te gaan. Als deze indoctrinatie nog twee dagen doorgaat, ga ik hier een heel zware dobber aan krijgen.
In bed houden we ons nog lang bezig met het maken van Erik-woordgrappen: Hij gaat als een sperik, strak in het lerik, persiflerik, enz. Als Dragos ook naar bed gaat, zijn we stil en bereiden we ons voor op het ochtendgebed.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}