Van Quepos naar Dominical

Een laatste bezoek aan het tropisch regenwoud. Deze keer alleen een woud dat wel ERG toeristisch is. Midden in het bos vinden we toiletten, telefooncellen en bankjes. Onze gids houdt het na anderhalf uur voor gezien ipv de beloofde 2,5 uur, dus we beginnen te pingelen. Hij is het er niet mee eens, maar we komen uit op 12 ipv 15 dollar per persoon. We geven hem er 10 per persoon.

Naast alle al eerder geziene dieren kunnen we een neusbeer, een wasbeer, een bijzondere specht en, het allermooiste, een gordeldier aan ons lijstje toevoegen.

Terug in Quepos gaan we eten in een Italiaans restaurant. Het eten is erg goed, maar we willen op stap. We vragen de ober naar een leuke kroeg en hij verwijst ons naar de Tsunami-bar. Zes dapperen gaan op zoek en betreden deze club. Het blijkt een sushibar te zijn en we zijn er de enige bezoekers. Het begint er oersaai, maar we bouwen ons eigen feestje met het personeel. We mogen onze eigen muziek uitzoeken die keihard gedraaid wordt, zodat The Sweet, Nirvana en The Bee Gees door het restaurant knallen. Keihard zingen we mee, extra aangemoedigd door de nodige cerveza (Imperial, het originele Costaricaanse bier). Sandra, Judith en ik headbangen vrolijk mee, staand midden in het restaurant. Ferdi en Pieter lijken zich een beetje voor ons te schamen. Na een tijdje vinden we het genoeg en gaan we door naar een volgende kroeg.

We komen in een onguur hol waar we (met name de dames) nogal worden bekeken door de inlanders. Na één biertje verlaten we deze tent snel, en we duiken maar het casino in. Daar verdubbel ik mijn inzet door met een fruitmachine van 100 colon, 200 colon te maken. Nettowinst is dus 15 eurocent. Als even later de nodige hoeren het casino betreden, voelen we ons overal weggejaagd en vluchten we maar gewoon naar het hotel om ons klaar te maken voor de laatste volle dag in Costa Rica: de terugreis van Quepos naar San Jose. Als het mooi weer wordt gaan we nog langs de vulkaan Poas.

1 augustus 2007

Op de weg terug naar San Jose maken we een kleine omweg voor de vulkaan Poas. We komen tot aan de rand van de krater en kunnen er zo in kijken. We zien een gat in de grond van bijna anderhalve kilometer in doorsnee, waar overal rookpluimen en zwaveldampen uitkomen. Hij is mooier en groter dan de mooiste vulkaan die ik ooit in IJsland heb gezien. We vervolgen onze weg naar boven en via een steil pad door de struiken, komen we bij een groot kratermeer. We voeren daar een eekhoorn die uit onze handen eet.

Terug in de bus is de stemming door zuurstoftekort erg hoog. Alle aanwezige Nederlanders en Costaricanen vermaken zich kostelijk. Alle aanwezige Belgen vermaken zich kotselijk, wat voor ons de sfeer weer verhoogt. Uiteindelijk blijken er toch een paar vervelende elementen in onze groep te zitten. Zij willen graag snel in San Jose zijn en hadden ook graag de vulkaan overgeslagen. Voor de rest van de groep was dat echter een reden om er juist heen te gaan. We komen erna in een lange file terecht en bijna iedereen geniet daarvan.

In San Jose doen we de laatste souvenirinkopen. We eten in het hotel en willen daarna nog uitgaan. San Jose is echter uitgestorven na elf uur. We vinden een zaak die open is, maar het stinkt er naar een visafslag en de obers zijn nogal agressief. We vluchten snel om op zoek te gaan naar iets anders. Dat lukt en we drinken nog een paar laatste Imperials terwijl we het spelletje 'juffen' spelen aan de bar.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!