De tweede man met minder armen dan gemiddeld

Sneller dan ik had verwacht, staan we ´s ochtends ineens voor de grensovergang naar Zambia. De grens wordt gevormd door een rivier die we met een pont moeten oversteken. De pont biedt plaats aan een vrachtwagen en enkele auto´s. Tot kilometers voor de grens zagen we al vrachtwagens in een lange rij wachten om de oversteek naar Zambia te mogen maken. Degenen die de rij sluiten, zullen hier nog ongeveer een week moeten wachten tot het zover is. Wij rijden overal langs en hoeven slechts de gebruikelijke grensformaliteiten te ondergaan om meteen toegelaten te worden tot het veer.

Het eerste wat we in Zambia moeten doen, is een visum kopen. Ik hoop op een mooie nieuwe sticker in mijn paspoort, maar helaas blijft het bij een simpele stempel waar je vijftig dollar voor moet betalen. Hier wordt al meteen duidelijk dat Zambia veel duurder is dan de andere landen waar we doorheen hebben gereisd. Zij weten goed hoe ze moeten profiteren van toeristen die de watervallen komen bewonderen.

Bij aankomst op de camping krijgen we van Anna een advies: zorg dat je altijd rondwandelt met een stok, want hier zitten fluweelapen die het op je voedsel hebben gemunt. Als je er een tegenkomt, moet je ze bedreigen met de stok, anders zullen zij het heft in eigen hand nemen en jou bedreigen. Op de vraag van iemand uit de truck of je de apen ook echt mag slaan als het nodig is, krijgen we het dubieuze antwoord dat je alles met de apen mag doen, als je ze maar niet misbruikt...

We slapen op deze camping in luxe tenten die iets groter zijn dan onze eigen tenten. In de tent staan twee bedden, een nachtkastje, een lampje en een stopcontact. Je moet deze tenten wel met een hangslot afsluiten, omdat de apen er anders in zullen inbreken. Omdat nog niet alle sleutels beschikbaar zijn, gaan we met een paar mensen lunchen in het restaurant dat bij de camping hoort. Het ziet er daar allemaal erg chic uit, maar het duurt erg lang voor we überhaupt een kaart krijgen en het eten laat nog veel langer op zich wachten. Als het komt, blijkt het ook nog eens erg vet te zijn. Gelukkig is het uitzicht over de Zambezi hier heel mooi!

Na de lunch is het tijd voor een spannende activiteit! Met z´n drieën gaan we deelnemen aan de Lion Encounters. We rijden naar een nationaal park in de buurt, waar leeuwen wonen die redelijk gewend zijn aan de omgang met mensen. Na een briefing met zo´n twaalf veiligheidsregels (raak hun hoofd niet aan, benader ze alleen vanaf de achterkant, ga niet gillen als ze je bijten, etc) waaraan we ons moeten houden wandelen we het park in. Onze gids luistert naar de legendarische naam Vrijdag. Al snel stuiten we op twee leeuwen van negen maanden oud. Ze hebben net een impala gevangen en opgegeten en liggen nu in de zon uit te buiken. Direct worden we in de gelegenheid gesteld om ze aan te raken. Het is spannend om ze voor het eerst aan te raken, maar al snel hebben we het gevoel of we gewoon buitenmaatse poesjes aaien. Als ze zich op hun rug draaien, kunnen we ze zelfs over hun buik aaien. Spinnend liggen ze in het gras. Door de hitte zijn ze helaas niet erg speels, maar de ervaring blijft uniek.

Ook een unieke ervaring beleefde de directeur van een gelijksoortig project in Zimbabwe. Wij hebben dat niet zelf meegemaakt, maar het verhaal is zo mooi, dat ik het jullie niet wil onthouden. De directeur aldaar was slecht voor zijn personeel, een echte beul. Een leeuw die maar niet wilde luisteren en te gevaarlijk bleek voor contact met mensen werd in dat park in een apart gedeelte vastgehouden. Het personeel was de directeur echter zo zat, dat ze zijn lievelingsleeuw ´s nachts vervingen door de gevaarlijke leeuw, die de directeur de volgende dag zijn arm erafbeet. Omdat nooit is uitgekomen wie er verantwoordelijk is voor de verwisseling, is er niemand voor vervolgd. Wel is de directeur sindsdien veel aardiger voor zijn personeel. Helaas heeft de leeuw het niet overleefd: leeuwen eten normaliter geen mensenvlees, maar als ze het eenmaal geproefd hebben, willen ze niks anders meer. Wij schijnen nogal lekker te zijn. Daarom worden leeuwen die ooit mens geproefd hebben afgemaakt.

´s Avonds eten we weer in het restaurant waar de service niet is veranderd. Ik bestel de specialiteit van het huis: de Zambezi bream, een hele vis. Wederom wordt dit een vette hap. Als ik hem krijg opgediend, merk ik dat ze de vis gewoon in zijn geheel in de frituur hebben gegooid. De smaak is nogal apart, waardoor ik een groot deel van mijn vis deel met de bedelende kat die rondom onze tafel wandelt. Morgen gaan we eindelijk de Victoria Watervallen bekijken. ´s Morgens van dichtbij in het nationale park en ´s Middags vanuit de lucht, waarvoor we een helikopter hebben afgehuurd.

Reacties

Reacties

Annekee

haha alinea 4 lijkt wel heeeel veel op iets wat we in roemenië hebben mee gemaakt!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!