Druk op de weg

´s Ochtends stap ik uit mijn tent en ik leg de 20 meter naar de rivier af om mijn tanden te poetsen. Aan het water sta ik midden tussen de verse olifantensporen. De reuzen zijn dus nog niet zo lang geleden heel dichtbij ons kamp geweest, terwijl wij nog lekker lagen te slapen.

We ondernemen nog een laatste gamewalk, maar op een olifant in de verte en een giraffe na, levert deze wandeling niet zo heel veel meer op. Terug bij het kampterrein zien we dat het hele kamp is opgeruimd. De Botswanezen hebben onze tenten opgeruimd en al in de mokoro´s geladen. We mogen direct instappen en laten ons weer anderhalf uur door het water palen (het klinkt stom zo, maar peddelen kun je het niet noemen). We genieten van de heerlijk rustgevende boottocht en belanden weer op het strandje waar we een aantal dagen geleden zijn begonnen. We belonen de stamleden met een verdiende fooi waarna we als een voetbalteam na de wedstrijd in een rij langs elkaar lopen om handen te geven. Over voetbal gesproken: gisteren was eindelijk de eerste dag dat daar niet over gesproken is! En gisteren kon ik dat natuurlijk nog niet melden, omdat ik het dan zelf gedaan zou hebben.

De open truck staat alweer klaar voor vertrek. We laden hem vol en stappen in. Gelukkig is het nu veel warmer, dus de slaapzakken zijn niet nodig. We beginnen aan onze weg langs en door de vijvers. Vlak voor de laatste vijver moeten we stoppen. Een jeep heeft zich vastgereden in de modder op de bodem en blokkeert de weg voor onze truck. Behulpzaam als wij zijn rijden we een stuk het water in om met een sleepkabel de jeep eruit te trekken. De eigenaren van de jeep laten zich echter niet helpen als we ze niet duwen! Achteruit vinden ze geen optie. Onze chauffeur verliest al zijn behulpzaamheid en besluit dan toch maar te proberen om de jeep heen te rijden. Van bovenaf zien we dat hij daarvoor plaats tekortkomt, maar voor we hem kunnen waarschuwen, zien we onder luid gekraak de spiegel van de jeep loskomen en de vooruit barsten. In de jeep kijken ze zeer verbaasd door wat ze overkomt. Onze chauffeur rijdt keihard door. Als hij de oever bereikt, stapt hij uit. Wij denken dat hij de schade gaat regelen, maar in plaats daarvan loopt hij een rondje om zijn eigen truck. Onder het mompelen van: ´Mine is fine!´ stapt hij weer in en wij vervolgen onze weg naar Maun.

In Maun staat Ismael op ons te wachten. Hij heeft verschillende salades voor ons klaargemaakt. We lunchen snel en stappen weer op de truck. Vandaag willen we alvast 200 kilometer afleggen, omdat we er anders morgen 600 moeten rijden. We naderen weer een interessante brug. Deze keer is de brug zo smal dat tegenliggers er niet langs kunnen. Als we bijna over de brug heen zijn, worden we klemgereden door een auto die vindt dat hij er eerst doorheen mag. De bestuurder ervan stapt uit en zoekt ruzie. Gelukkig ziet hij ook wel in dat zijn autootje het niet redt tegen onze truck, dus het opstootje is snel gesust: we kunnen verder naar Gweta.

In Gweta slapen we op camping Planet Baobab. Eigenlijk staat deze niet in het programma opgenomen, maar het is hoog tijd dat dat wel gebeurt. Planet Baobab is een mooie camping met goede warme douches, wat erg prettig is na drie dagen in de Okavango Delta. De camping doet zijn naam eer aan: op het kampeerterrein staan diverse enorme baobabs. De bomen zijn groter dan een huis en wat ook mooi meegenomen is, is dat er aan de voet van één van die bomen een geocache verborgen ligt. Nummer één in Afrika is dus eindelijk gevonden. Bij binnenkomst van de camping zag ik al dat er nog een virtual cache voor de ingang op me wacht, maar dat is voor morgenvroeg, als we er toch opnieuw langskomen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!