Hoofd, schouders, knie en teen

1. Als je onderweg onverhoopt tussen een nijlpaard en het water in geraakt, zal het nijlpaard in paniek raken en naar het water rennen. Onderweg zal het het alleen stoppen om jou doormidden te bijten. De enige kans om te overleven is om van het water weg te rennen.

2. Als je onderweg een leeuw tegenkomt, blijf je stokstijf staan. De leeuw zal al zijn manieren uit de kast halen om je bang te maken, maar je niet aanvallen. Keer hem zeker niet de rug toe, maar wacht tot de leeuw zelf wegloopt.

3. Als je een of meerdere olifanten tegenkomt, benader ze dan altijd tegenwinds, zodat ze je niet ruiken. Alleen dan kun je dichtbij komen, zonder dat ze je zullen vertrappen. Mocht je tussen moeder en kind in komen te staan, begin dan maar gewoon een gat te graven en ga er zelf vast in liggen. (Mijn reisgids zegt trouwens dat je in zo´n geval je auto omver moet werpen als bescherming...)

Deze drie veiligheidsoverwegingen dienen we goed in ons achterhoofd te houden bij de gamewalks die we op ons eiland gaan doen. Dat houdt dus in dat we de dieren in dit gebied te voet gaan benaderen! Op de nodige afstand zien we lepelaars, pelikanen, een krokodil en wat secretarisvogels. Dan stuiten we op een groep zebra´s. Op zich hebben we er daar al zo veel van gezien dat ze niet meer interessant zijn, maar ze te voet benaderen is toch weer iets heel anders. We komen tot op twintig meter afstand van de kudde. De dieren lijken dat als veiligheidsruimte te handhaven. Elke stap die wij nu nog dichterbij zetten, zetten zij van ons af.

We zien het spoor van een eenzame buffel. Omdat deze volgens onze gids erg onvoorspelbaar en agressief kunnen zijn, volgen we het spoor niet. Na wat impala´s en een gnoe stijgt de adrenaline echter alweer snel. We volgden al een tijdje olifantensporen, maar ineens staan we erg dichtbij. Op 150 meter afstand staan twee grote olifanten hele takken van bomen te rukken en op te eten. Het krakende hout maakt een enorm lawaai. We genieten een tijdje van het uitzicht. We draaien ons om om weg te lopen, maar stuiten op een moederolifant met jong. We zoeken naar een vluchtweg, maar zien ons omsingeld door olifanten. Zweet begint nu toch wel een beetje uit te breken. We besluiten stil te blijven staan en te wachten. Zo lang we niet tússen moeder en kind komen, is het niet zeker dat we om zullen komen. Vlak voor onze neus steekt het gezinnetje over naar de andere kudde om de weg voor ons vrij te maken. Snel kiezen we het hazenpad.

Op weg terug naar het kamp ontmoeten we de eerste nijlpaarden. In de verte staan ze aan de overkant van een groot meer. Ze zijn wel herkenbaar als hippo´s, maar daar blijft het ook bij. Als we terugkomen in het kamp, horen we van de achterblijvers dat ook daar olifanten zijn geweest. We vinden de sporen ook op zo´n honderd meter van ons kamp: de bomen zijn neergehaald of op zijn minst zwaar beschadigd.

Ondanks dat het hier winter is, is de temperatuur hier overdag hoog. Daarom houden we in de delta dagelijks een siësta tot een uur of vier. Om vier uur stappen we weer in de mokoro´s voor een ´cruise´ over de Okavango. We spotten nog wel wat dieren, varen zelfs dicht langs badende nijlpaarden, maar vanavond is het ons om de zonsondergang te doen. Na een tijdje gedobberd te hebben, belanden we op een strandje om de zon te gaan bekijken. Het is bijna vaste prik om dit te doen, maar de zonsondergang over de delta is werkelijk de mooiste van de hele reis. De zon spiegelt in het water en trekt een golvende knaloranje lijn in de rivier. Na dit schouwspel stappen we weer in de boten om voordat het donker is en voor de muggen opkomen terug te kunnen zijn op ons ´eigen´ eiland.

Na het eten bij het vuur krijgen we een onverwachte traktatie: de stamleden die ons begeleiden in de delta hebben een avondje zang en dans op het programma staan. Ze zingen Afrikaanse liederen en dansen daarbij alsof ze kikkers, luipaarden en andere dieren zijn. Net als de sfeer er goed inkomt, verwachten ze het van ons terug. Lang discussiëren we over onze bijdrage. We beginnen met Zie de maan schijnt door de bomen. Omdat dit goed valt worden we zekerder van onze zaak en met z´n allen zetten we Hoofd, schouders, knie en teen in, inclusief het bijbehorende dansje. De Afrikanen doen meteen mee en vinden het geweldig. Als we klaar zijn, blijkt dat ze vaker Nederlanders over de vloer hebben gehad: ze zetten zelf De vogeltjesdans in en verwachten dat wij het afmaken en meedansen. Omdat blijkbaar alle Nederlandse groepen dat al doen, laten we dat achterwege, maar om de avond compleet te maken zingen de Zweden in onze groep een Zweeds liedje om de Midzomernacht te vieren, waarbij ook zij als kikkers om het vuur heen dansen. Ook nu dansen de Botswanezen al snel mee en lijkt de avond bijna op een feestje.

Na het feestje pakken we alvast de meeste spullen bij elkaar omdat onze tijd in de delta er helaas opzit. Morgen gaan we terug naar Maun om daar onze reis voort te gaan zetten in de richting van Zambia. Natuurlijk gaat ook die reis niet helemaal zonder avonturen...

Reacties

Reacties

Lonneke

Hoi Ruud,
Toffe verhalen over je Afrika-avontuur zeg! Soms heb ik geen tijd om alles te lezen en dan doe ik alleen plaatjes-kijken. Maar ook die zijn te gek:)
Veel plezier nog!
Groetjes, Lonneke

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!