Okavango Delta
Om zeven uur ´s ochtends staat er een open 4x4-truck voor ons klaar. We laden hem vol met alles wat we nodig gaan hebben de komende dagen: tenten, matrassen, slaapzakken, eten en maximaal een dagrugzak per persoon. Na het inladen gaan we op weg. De ochtenden zijn hier steenkoud en wij zitten gewoon achterin een open vrachtwagen. Aangezien we zo´n 100 kilometer per uur rijden, kruipt iedereen in zijn slaapzak, wat veel lachende gezichten van de mensen langs de weg oplevert.
Na een dik uur rijden slaan we een zandweg in. Dan begint er een soort Camel Trophy. De weg hobbelt en de vrachtwagen schudt alle kanten op. We moeten goed opletten omdat we regelmatig ons hoofd achterover moeten gooien, want lange takken met grote doorns zwaaien door het zitgedeelte van de truck. Ineens stopt de vrachtwagen. We staan voor een vijver en even lijkt onze reis hier te eindigen. De chauffeur laat de motor echter een aantal keer flink ronken en rijdt de vijver in. Tot een dikke meter diepte doorkruisen we de ene na de andere waterpartij om te eindigen bij een brede uitloper van de Okavango. Daar hoor ik van degene die voorin zat dat de chauffeur voortdurend in slaap viel en dat zij moest zorgen dat hij wakker zou blijven door hem met domme vragen pratende te houden...
We zetten onze reis voort in een nieuw vervoermiddel: de mokoro. Mokoro´s zijn bootjes die in hun geheel uit een boomstam worden gehakt. In zo´n boot zit je met z´n tweeën terwijl er iemand achterin staat die met een paal je boot vooruitduwt in het water. Een soort Venetiaanse gondel, alleen wat primitiever. We merken direct dat de delta een vogelparadijs is en we zien de prachtigste soorten voorbij vliegen en zwemmen. Hier en daar komt op de kant een olifant voorbij gewandeld.
Na twee uur varen stranden we op een eiland, waar we onze tenten opzetten. In het midden wordt een kampvuurtje gemaakt met verschillende doeleinden: we hebben alleen water uit de rivier, dus dat moet gekookt worden, op het vuur wordt het eten bereid, en het moet wilde dieren uit ons kamp houden. Het echte werk begint hier dus pas! Vergeleken met dit gebied is Etosha een dierentuin! Hier leeft veel wild (of game in Afrika), waaronder de big five, dus ook leeuwen en luipaarden!
´s Avonds eten we een mix van Nederlands en Namibisch: hutspot met linzencurry. Ik hou helemaal niet van hutspot, maar de linzencurry is erg lekker. We zitten rondom het kampvuur, wat ik al snel opgeef, omdat mijn knieën vandaag erg verbrand zijn in de mokoro. Ze kunnen de hitte van het kampvuur niet aan, dus ik ga voor de derde rang.
Als het bedtijd is, krijgen we een instructie voor de nacht. We doen onze behoeften hier op een bush toilet. Voor de hudoliefhebbers: daar lijkt het op, maar dan nog wat primitiever. gewoon een gat in de grond, dat gegraven is in een zijpaadje van ons kampterrein. Zorgen dat je geen spierpijn krijgt van het krampachtig bukken en goed mikken, anders valt het gewoon in je broek. Als je ´s nachts gaat, dan moet je bij elke stap goed rondschijnen met je zaklamp. Zodra je iets ziet reflecteren, moet je terugkeren en het ophouden, of het gewoon naast je tent doen, anders bestaat de kans dat je verandert in het menu van het plaatselijke wild.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}