Swakopmund

5:20 vertrekken we vandaag... midden in de nacht moeten we opstaan om de zonsopgang te gaan bekijken vanaf Dune 45, een van de hoogste zandduinen in de omgeving van Sesriem. Met alleen een snelle Ouma-beskuit als ontbijt stuiven we door de woestijn om als eerste toeristen daar aan te komen. Torenhoog rijst het duin voor ons op en de klim begint. Enthousiast ren ik het duin op, maar het zand is zacht. Het zand is zo zacht dat je voor elke drie stappen er twee terugzakt en tot aan je knieën in de berg staat. Als ik denk bijna boven te zijn, kijk ik terug en zie ik dat ik nog geen derde deel van de klim heb afgelegd. Mijn hart klopt in mijn keel en mijn longen lijken te ontploffen, maar ik geef mezelf niet gewonnen en ik ploeter verder. Op driekwart van het duin besef ik dat het halen van de top niet zal overleven. Mijn borstkas knalt bijna uit elkaar en ik daal weer af. Dit kan een zonsopgang niet waard zijn. Beneden aangekomen ga ik op een stoel zitten om weer lucht te krijgen. Het droge zand adem je bij elke stap in, waardoor dat nog geen makkelijke klus is. Gelukkig is de zonsopgang ook beneden gewoon mooi om te zien.

Na ons echte ontbijt rijden we door naar de Sossusvlei, een vruchtbare vallei in de woestijn. Daar start een rondleiding door een geweldige gids. Op blote voeten rent hij door de woestijn en als we hem eindelijk inhalen, legt hij ons in het Afrikaans uit over leven in de woestijn. Hij vertelt ons alles over de bosjesmannen en hoe je kunt overleven in de woestijn. Ook vangt hij een spin en een hagedis om te laten zien hoe makkelijk je hier aan eten kunt komen. Hoogtepunt van de rondleiding is de Hiddenvlei, een verborgen vallei waarin echt alles dood is. Een groot kalkplateau, waarop je geen enkele afstand meer kunt inschatten, staat vol met dode bomen. Voor sommigen is de plek misschien bekend omdat een deel van de film The cell hier is opgenomen. Onze gids noemt de Hiddenvlei op z´n Afrikaans: die moeiste moei. Als we na de rondleiding nog een tijdje met hem praten, blijkt hij een verzekeringsagent in ruste te zijn, die van zijn hobby zijn werk gemaakt heeft. Na dit gesprek brengt hij ons terug naar de hoofdweg. Als vee worden we in een pick-up gepropt en hobbelen en schokken we terug naar onze eigen truck. Die brengt ons terug naar het kampterrein voor de lunch en een zeer welkome douche.

Ons volgende reisdoel is Solitaire, een kleine nederzetting die uit niet meer bestaat dan een winkel, een bakkerijtje, een garage en een tankstation. Tegenwoordig is het alleen uitgebreid met een kampeerterrein. We eten een gebakje bij de bakkerij en zetten onze tenten weer op. Een poging om te gaan zwemmen blijft bij mij weer steken bij pootjebaden, omdat het water weer zo ontzettend koud is. Daarna is het tijd voor, alweer, voetbal. Een Afrikaans team daagt ons uit, waardoor de wedstrijd Djoser-Afrika wordt gespeeld. We verliezen met 3-2 en de meeste mannen van ons team raken flink geblesseerd. Met ijszakken versierd genieten we van de pasta die Anna voor ons heeft geproduceerd uit alle kliekjes van de afgelopen dagen. Na een fikse afwas en een wijntje bij het kampvuur is het weer tijd voor de slaapzak.

Na een week hard werken is het tijd voor wat ontspanning. Op woensdag vertrekken we in de richting van Swakopmund. Eerst moeten we daarvoor het Naukluft nationaal park doorkruisen. Terwijl de bus helemaal ruikt naar tijgerbalsem door alle voetbalslachtoffers passeren wij de steenbokskeerkring, waar we de eerste en enige bergzebra zien. Het beest staat op zo´n kilometer afstand, waardoor de verrekijker uitsluitsel moet geven of dit een zebra is of een paard. Mooie foto´s levert het dus niet op. We komen langs nog een canyon, die nog het meeste wegheeft van een maanlandschap, we zien kokerbomen en bomen die keurig in een lijn groeien omdat daar vroeger een rivier heeft gestroomd. Het landschap wordt steeds desolater en uiteindelijk zitten we midden in de pure woestijn zonder enige vegetatie. Ineens staan we echter in Walvisbaai. Dit havenplaatsje ligt direct aangrenzend aan de woestijn en we lunchen hier aan zee. Een kolonie prachtige flamingo's zoekt hier haar voedsel, de meeuwen storten zich met duikvluchten in zee om te vissen en hier en daar spelen zeehonden in het water.

Ook al is Namibië oorspronkelijk een Duitse kolonie geweest, de voertaal is bijna overal Afrikaans, dus ook hier kun je je weer gemakkelijk redden met Nederlands. In Swakopmund lijkt dat voor het eerst anders te zijn. Opschriften zijn in het Duits, alle restaurants hebben Duitse namen en serveren voornamelijk Bratwurst. Toch blijf je de mensen om je heen Afrikaans horen praten. In Swakopmund gaan we eerst langs een activiteitencentrum waar we voor morgen wat leuke dingen kunnen regelen. Het liefst zou ik gaan parachutespringen, maar daarvoor ben ik natuurlijk weer te zwaar. In plaats daarvan moet ik in Zambia toch echt maar die bungeesprong gaan maken. Ik kies voor quadracen in de woestijn voor morgen.

We slapen in een soort jeugdherberg met slaapzalen met vier of vijf bedden. Als deze kamers zijn ingeruimd, gaan we op zoek naar een goed restaurant. We belanden bij steakhouse en pizzeria Napolitana, waar ze goede pizza´s schijnen te hebben. Na een korte blik op de kaart en een blik op het bord van een van mijn reisgenotes is echter snel duidelijk dat de pizza´s aan mij voorbij zullen gaan vanavond: er staat gemsbokkenbiefstuk op de kaart! We zijn hier met een ontzettend bereisd gezelschap, dus in de lange wachttijd vliegen sterke etensverhalen uit alle landen over tafel, tot de serveerster eindelijk daar is met onze gerechten. De gemsbok smaakt prima en komt hoog in de lijst van lekkerste vleessoorten die ik ooit heb gegeten.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!