Knuppel op een knuppelbrug

Vanochtend hebben we gelukkig alle tijd. We hoeven alleen nog maar onze spullen te pakken en het vliegtuig vertrekt pas om half twee. Acht uur ontbijten we voor de laatste keer met z´n allen. Het heerlijke moment breekt aan dat we voor de laatste keer de huid van onze knokkels moeten slopen met Dettol, de vuiligheid waarmee we ruim drie weken onze handen hebben moeten wassen. Daarna hebben we nog tot elf uur om ons te douchen, onze spullen te pakken en verder helemaal niks te doen.

Als we onze rekening willen gaan betalen in het restaurant, gebeurt er iets zeer ironisch. Op de weg tussen onze tenten en het restaurant ligt een knuppelbruggetje. Zeer gammele en ongelijke houtjes zijn hier samengetimmerd tot een soort van constructie waarmee je veilig het water over zou moeten kunnen komen. Op de bovenste ´trede´ van de brug slaat mijn enkel om en met een pijnkreet verlies ik mijn evenwicht en donder ik naar beneden toe. Val ik op het laatste moment tóch nog van een brug af...

Om elf uur stappen we allemaal voor het laatst in de truck voor de rit naar het vliegveld van Livingstone. Daar staan 5430 kilometers op de teller die we de afgelopen weken hebben afgelegd. Het onvermijdelijke afscheid van Anna en Ismael nadert. Na hun afscheidsspeech nemen we eerst afscheid van Anna. Ismael, die al eerder had aangegeven nooit afscheid te willen nemen, was spoorloos verdwenen, waardoor we hem uiteindelijk geen afscheidsgroet hebben kunnen geven. Binnen drukt de douanier snel een stempel in onze paspoorten, ongeïnteresseerd, alsof we hem storen bij iets belangrijks. Als we de douane gepasseerd zijn, kijken we terug en vangen we een glimp op van zijn computerscherm: hij was een potje patience aan het spelen. Jammer is wel dat Djoser ons verkeerd heeft voorgelicht over de uitreisbelasting. Die blijkt er helemaal niet te zijn, waardoor ik nu nog met zo´n 140000 achtergehouden Zambiaanse kwacha´s zit, die in Nederland geen bank wil. Toch ruim twintig euro.

We beginnen aan een omslachtige vlucht. Vanuit Livingstone vliegen we eerst terug naar Zuid-Afrika, om daarna pas weer naar het noorden te vliegen. Op het vliegveld van Johannesburg staan we anderhalf uur op dezelfde plaats in de rij, omdat een arrogante Oostenrijker moeilijk staat te doen aan de balie. Hij wil regelen dat hij naast zijn zoon kan zitten, terwijl er alleen nog individuele plaatsen zijn. Terwijl ze achter de balie wat pogingen doen, staat hij uitgebreid tegen iedereen te blaten hoe rijk hij is, dat het zo goed gaat met zijn bedrijf en allerlei andere onzin die we helemaal niet willen weten. Als hij zich lijkt te hebben neergelegd bij het plaatsingsprobleem in het vliegtuig, vermeld hij tussen neus en lippen door aan de baliemedewerker dat hij wapens bij zich heeft. Moet hij daarvoor extra maatregelen nemen? Een nieuwe wachtperiode gaat in...

Om de berg ergernis die hier bij de hele wachtrij uit voortvloeide maar achterwege te laten, springen we nu ineens van het vliegveld naar het vliegtuig. Ik wist al dat ik gescheiden van de anderen zou zitten. Naast mij neemt een Indiër plaats, die meteen zijn hand uitsteekt, zich voorstelt en een gesprek begint dat klinkt alsof het wel eens de hele nacht zou kunnen gaan duren. Het zal toch niet waar zijn, hè? Maar binnen enkele minuten blijkt het een erg interessante man te zijn en we raken in een gesprek dat inderdaad de hele nacht duurt. Hij komt uit India, woont in Zuid-Afrika en is nu op weg naar zijn vrouw in Noorwegen. Hij is cameraman voor National Geographic en doet het licht- en geluidontwerp voor internationale voorstellingen. We hebben dus genoeg om over te praten en als dan ook nog een Olympisch marathonkampioen die hij blijkt te kennen zich bij ons voegt, wordt dit de kortste vlucht die ik ooit heb meegemaakt. Ik haat vliegreizen die langer dan acht uur duren, maar deze elf uur vlogen voorbij. Ondanks het slechte vliegtuig van Lufthansa. Ondanks het gebrek aan beenruimte waardoor mijn pijnlijke voet in de meeste vreemde bochten gedraaid wordt. Aan het einde van de vlucht nodigt de Indiër me uit om de volgende keer als ik in Kaapstad ben op bezoek te komen in zijn grote landhuis aldaar, waar ik zo lang zou mogen blijven als ik wil. We wisselen mailadressen uit en nemen afscheid.

En dan komen de vervelendste dingen van een reis. Wachten op bagage. Langs de douane. Afscheid nemen van de groep. De juiste trein zoeken. Wekenlang zaten we midden tussen de meest tot de verbeelding sprekende dieren en nu staan er alleen maar koeien en schapen in de weilanden langs het spoor. En nu zit ik thuis, met mijn laptopje het laatste verhaal uit te werken. Nou ja, bijna het laatste verhaal dan. Er komt nog een samenvatting van alles wat ik de afgelopen weken over Afrika heb geleerd. Ik begin vast na te denken over mijn reisdoel voor de zomer van 2011...

Reacties

Reacties

Maria

Bedankt voor je geweldige verhalen.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!